Gebiedskeuze

Gebiedsvisie Volewijck
Eindopdracht Erfgoed en Ruimte


Voor de opleiding genaamd ‘Erfgoed en Ruimte’ aan de Hogeschool Utrecht, heb ik samen met 2 klasgenoten -Bernice Bex en Jan Dryfhout- een eindopdracht mogen maken. Voor de eindopdracht is een gebied gekozen in Amsterdam noord, het zuidelijkste punt van Volewijck. Een gebied met een rijk verleden. Van bungelende lijken naar mogelijk een gebied met grootstedelijke allure.

Kadasterkaart 1811-1832

In 1393 werd het ‘hoog gerecht’ over Volewijck overgedragen aan de stad Amsterdam. De stad Amsterdam had nu de rechtspraak in handen over de berechting van boeven. Hiervoor werd begin 15e eeuw een galgenveld ingericht op de landtong aan de overkant van het IJ. De landtong was toen nog omgeven door diepe inhammen. De overledenen waren daardoor vanuit de stad en varend op het IJ duidelijk te zien. Het was een waarschuwing voor ieder die van plan was af te wijken van het rechte pad.

Het galgenveld werd niet beschouwd als iets beschamends of als iets kwaads. Voor veel Amsterdammers was het juist een stuk vertier van stedelijk theater. Het werd dan ook een populair toeristische attractie en voor het gemak van de toeristen werd in 1662 een tolhuis gebouwd. In loop van de 18e eeuw nam de populariteit alleen maar toe. Het lugubere gekras van kraaien en de akelige stank nam men voor lief. Een wijze les voor kinderen:

voor galg en rad opgroeien

Galgenput, rond 1795

Op 6 maart 1795 werd door de nieuwe bestuurders van Bataafse Republiek de galgenvelden verboden. De cultuur van leedvermaak rond de doodvonnissen werd beschouwd als een uiting van gebrek aan beschaving.

de menschelijke waardigheid tot den hoogst mogelijke trap van vernedering (wordt) gebracht

In 1844 deed de staat afstand van haar rechten en kon er worden begonnen met de droogmaking van de Buiksloterham polder. De inpoldering werd ingericht op traditionele wijze en het tekort aan landbouwgrond werd mede hiermee opgelost. De 200 hectare grond was nog geen succes. Rond 1900 waren er nog maar 6 boerenbedrijven gevestigd.

Topografische Militaire kaart, dd 1929

Door afsluiting van het IJ in 1872 en 4 jaar later de opening van het Noordzeekanaal kwam er vanuit de stad Amsterdam eindelijk belangstelling voor de Buiksloterham polder. Door industriële activiteit hier te situeren konden fabrieken worden geweerd uit de stad. Het was voor particuliere bedrijven een ideale vestigingsplaats vanwege de ligging en de lage grondkosten. De ligging bleek wel een probleem voor de reistijd en het vervoer van de arbeiders. Om dit probleem op te lossen werden er nieuwe woonwijken gesticht. De woningen waren niet voor alle klasse, maar juist voor de arbeiders met betaalbare huren. Vanaf 1906 begon de gemeente met de aankoop van de gronden. In 1914 werd een uitbreidingsplan opgesteld en in datzelfde jaar nog vastgesteld. Bij de woningbouwplannen die op grond hiervan werden ontwikkeld, speelde het concept tuindorp een belangrijk onderdeel.

De nadruk bij het tuindorp principe werd gelegd op het dorpse gevoel. Kenmerken zijn gezinswoningen met tuintjes, geplaatst in afwisselende woonblokken met veel groen en pleintjes.

Van der Pekbuurt

Na de eerste Wereldoorlog werden op dit principe 2 dorpen ontwikkeld; Van der Pekbuurt en Disteldorp. Ze boden een tegengewicht tegen de verpauperde volksbuurten in de binnenstad.
Een eerste poging tot het creëren van een tuindorp is in de wijk Van der Pekbuurt. Dit principe is beter uitgewerkt in Disteldorp; door het gebruik van lage bebouwing, open woonblokken, woningen met voor- en achtertuin en een zorgvuldig uitgedacht stratenpatroon.

Volewijck werd in maart 2007 aangewezen als aandachtswijk door de voormalige minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie. Het is een wijk dat kan worden aangemerkt als probleemwijk. Dit betekend concreet een wijk waar meerdere problemen zich tegelijk voordoen; zoals werkloosheid, geweld en gezondheidsproblemen. Op dit moment is de woningstichting Ymere is bezig met de renovatie van de huizen en ook actief op sociaal gebied door bewoners te helpen met de huurachterstand.

Disteldorp

Volewijck behoort ook tot een ontwikkelingsgebied uit de 19e eeuw en is op 3 maart 2014 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Dit gebied behoort tot een uniek complex van tuindorpen dat een voorruit strevend ideaalbeeld toont van het stadsbestuur en architecten voor de stadsontwikkeling en volkshuisvestiging van Amsterdam en Nederland.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *