De Moerputten
De geschiedenis van een spoorbrug

De spoorbrug

De spoorbrug

Ten zuiden van de grote rivieren is het een van de weinig overgebleven laagveenmoerassen. De naam ‘Moer’ zegt het al. Het staat voor moeras of drassig land. Een natuurgebied van 118 hectare groot en behorend tot de Nature 2000-gebieden. Door de grote behoefte in onder meer leer (rond 1850 bloeide de handel en nijverheid op) was een spoorverbinding tussen de bekende Langstraat in Den Bosch met de Lage Zwaluwe een uitkomst. Maar ja, het waterrijke gebied maakte eeuwenlang deel uit van de inundatiezone rond ’s-Hertogenbosch. Wanneer het militair noodzakelijk werd geacht kon het waterpeil worden verhoogd.

“De zomer was intusschen voorbij gegaan; de herfst had plaats gemaakt voor den winter – den voor Brabant zoo noodlottigen winter van 1880/81 – en de winter was vervangen door wat men ten onzent lente noemt. Die pasgeboren lente heeft nog alle herinneringen aan het barre jaargetijde behouden. Nu en dan stuift een digte sneeuwjagt over de velden; kletterende hagelsteenen wisselen de sneeuwvlokken af; dan weêr breekt de grillige voorjaarszon door; onder alles snijdt de gure wind tot in ‘t gebeente. De spoorwegdijk loopt door een meer. Onmiddellijk achter ‘t station van den Bosch strekt zich een onafzienbare watervlakte uit, waaruit in de verte het torentje van Vlijmen oprijst en waarin eenige landwegen verdwijnen. De gansche groene vlakte, waarover dezen zomer ons oog weidde, ligt onder de golven, die het ongelukkige Nieuwkuik hebben verwoest. De dorpendaarginds zijn alleen met een schuitje, of over land slechts langs een’ grooten omweg te bereiken.”

“Het gaat hier om een doorbraak van het water van de Beerse Maas dat ten zuiden van de Heidijk stroomde. Nu is daar het “Nieuwe Wiel”.”


Bron: https://www.ivn-s-hertogenbosch.nl/moerputten

De Moerputten

De Moerputten

Om het water door te laten stromen kon de spoorlijn niet op een dijk worden gelegd maar moest er een brug komen. In 1888 werd begonnen met de bouw van de spoorbrug. De bouw werd vertraagd door diverse muggenplagen en overstromingen. Na een strook te hebben uitgebaggerd (ruimte voor het water) werden er bouwputten gemaakt voor de pijlers. Voor de fundering van de pijlers werd gekozen voor 15 houten palen, die in de grond werden geheid. Daarop kwam een houten vloer te liggen en werden de pijlers opgemetseld en afgedekt met Ierse hardsteen. Er werden 35 stuks gemetseld en 2 landhoofden.
Over de pijlers kwamen 36 brugdelen van plaatijzer te liggen van elk 16 meter lang. Op de brug werden de rails gemonteerd en verbonden door eikenhouten dwarsliggers.
In 1890 reden er maar liefst 5 goederentreinen per dag. Door de komst van de auto en vrachtauto’s werd de trein onrendabel. In 1950 reed de laatste personentrein en in 1972 de laatste goederentrein.

In de jaren 80 is de brug behoed van sloop en op de Rijksmonumentenlijst geplaatst.
In 2005 werd er gestart met de restauratie van de ijzeren bovenbouw en in 2009 zijn de pijlers aangepakt.

De Moerputten

De Moerputten

De Moerputten is een belangrijk onderdeel van de ecologische hoofdstructuur van Nederland. Het gebied bestaat uit verschillende terreintypen. Er zijn hooilanden, rietvelden, moerassen, open wateren en wilgenstruwelen.
Op de pijlers van de Moerputtenbrug zijn kortsmossen, bladmossen en vuurvarens te vinden, waaronder de zeldzame en beschermde steenbreekvaren.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *